Op 12 oogst jl. werd GeelZucht III- het boek, boven de doopvont gehouden in de kleine, maar gezellige, bib van Stekene in aanwezigheid van onder anderen burgemeester Stany De Rechter en cultuurschepen Nicole Van Duyse.
Voor enkele sfeerbeelden (gekiekt door Maarten D’hamers) van deze gezellige ochtend die passend met een streekbiertje werd afgesloten, klik je gewoon HIER.
… en uitverkocht. Zie tabblad: Het Boek.
Zondag 22 juli * rit 21 * Rambouillet – Parijs (Champs-Élysées)
Daar waar helden, denkers en dichters reeds eeuwenlang
van de roemroes en een welverdiende rust genieten
-met pensioen zijn klinkt hier veel te ordinair -,
daar, op de Elyzeese velden, heerst Albion op carbon:
gekke Britten wiegen op de move van wimpels,
ik zie bolhoeden in strijd met Baskenmuts en fietshelm.
En veel rood haar als brandend stro op hoofden,
de taal van Shakespeare struikelt over de boulevards,
één dag lang moeten de Parisiens Molière missen.
Wiggins vervormt zijn lang en pezig lijf tot zonnegeel
en straalt in de spaken van zijn wiel Brits flegma uit,
in zijn brillenglazen glinstert een blij en zegevierend volk
dat met blitse scooters de Kanaaltunnel heeft lamgelegd.
Ik zie hoe Wiggo hartje Parijs de spurt aantrekt voor
de in een regenboog gehulde TGV van het Eiland Man.
In ’40 bezocht Adolf de Lichtstad tot ze dood en duister was,
vandaag had ik Voigt –een vredige en klasserijke Duitser –
graag op deze luxe-arrivée als een oldtimer zien zegevieren.
Maar ja, the Sky was and is the limit !
– willie verhegghe
Zaterdag 21 juli * rit 19 * Bonneval – Chartres
12/12/12
57/12/12/175
103/12/57/175
57/12/57/175
114/12/57/175
114/12/57/175
57/12/57/175
105/101/57/105
146/101/57/187
146/101/57/187
21/101/57/21
29/101/57/187
66/101/57/187
114/101/57/187
155/101/57/187
142/101/57/187
21/101/57/21
161/101/57/21
103/101/57/21
101/101/57/21
?/101/57/21
– Bert Bevers
Vrijdag 20 juli * rit 18 * Blagnac – Brive-la-Gaillarde
De Tour is bijna thuis. Het Park d’Avroy
en de Côte d’Opale, La Planche des Belles Filles
en de Col du Grand Colombier hebben we gehad
– de elastische smoel van de bolletjestrui incluis.
De Tour was dit keer aan de anglofielen,
aan fijn gemanierde butlers op twee wielen
– “You rang m’lord?” – op bevel upstairs,
downstairs voor hun hertog Wiggo of Cadel.
De Tour zit erop, de prijzen zijn verdeeld.
Net zo goed had Preudhomme op de Peyragudes
kunnen affluiten. De strijd is gestreden, waarom
verder koersen in de toegevoegde tijd?
De etappes die nu nog worden verreden
hebben iets van de Grote Overbodigheid.
Dat gevoel. Tenzij voor het publiek langs de weg,
de krantenjongens, de kijkers voor de buis.
Tenzij voor prijsduif Cavendish, in Brive weer
op vliegsnelheid en juichend, vleugelwijd.
– Patrick Cornillie
Vrijdag 20 juli * rit 18 * Blagnac – Brive-la-Gaillarde
Hier staan wij, monter en fris:
Thomas, Peter en Bradley.
Maar, Victor of Henri, weet jij
waar ons vriendje Tejay is?
– Frank Pollet
Of jij het bent, Wiggins, Weening,
Hoogerland, Alejandro Valverde,
of een ander – zie mij, ik ben berg
en vrouw, geduldig in schutkleuren,
in wolkenslierten liggen mijn kronkels,
ik lok er mijn minnaar mee.
Van ver al zie ik je aan komen rennen,
hijgerig traag trek je me op
aan mijn flanken, waar je hartenklop
versnelt, krijg je grip in mijn grond.
Je buigt het hoofd, ik wikkel je in,
langs slingerwegen zing ik als gras,
tussen je dijen krijg ik mijn zin.
Straks, als het donker om me heen sluipt,
slaap jij, damp ik nog na van je tocht,
mijn rug huivert van weemoed en kou.
Hoog boven me wemelt het sterren, ach
wat oeroud gefezel in een pikzwarte nacht.
Yella Arnouts
Woensdag 18 juli * rit 16 * Pau – Bagnères-de-Luchon
Ik kijk naar bochten, brugjes, rotsen
en voel me plots jonger, dertien jaar om precies te zijn
want toen, juli 1999, beklom ik Tourmalet en Peyresourde
wat vandaag in mijn hoofd voor haarscherpe retro-beelden zorgt.
En ik zie De Funes die in Thomas Voeckler herleeft
terwijl hij bekken trekt en klimt en triomfeert.
En Voigt die maar niet oud wil worden en als een jong veulen
over het zinderend asfalt van de gesmolten wegen wiegt.
Maar ik denk vooral terug aan twee dagen geleden in Toulouse
en het rijk ontbijt in het Marriott Hotel:
we schrijven maandagmorgen 16 juli,
ik sta plots naast Hincapie brood te snijden,
dichter en renner samen aan het werk
om zonder honger door de dag te komen.
Ik wens hem kracht toe voor de Pyreneeën en zeg
dat ik hem straks zal missen in het peloton.
Zie ik beestjes of is het werkelijk zo
dat ik tristesse in zijn Indianenblik bespeur,
in die diepbruine ogen waarin de schaduw rust
van Lance die hij jaren hondstrouw heeft gediend
maar die hij onder druk – wie zal het zeggen –
misschien aan de galg heeft gepraat ?
Ik druk hem de hand en hij verdwijnt de koersdag in,
Vino loopt ons voorbij met gek mutsje op de Kazakkenkop.
Vandaag zie ik Hincapie op tv na een val op de Aspin,
het shirt gescheurd, de bebloede linkerschouder,
een oedeem groot als een kippenei op de elleboog.
En een uitgebluste Evans die hem aan de eindmeet dankt
omdat de oude Indianenkrijger zich nog maar eens leeggereden heeft.
Altruïsme op carbon. George Winnetou.
– willie verhegghe
Woensdag 18 juli * rit 16 * Pau – Bagnères-de-Luchon
I. Col d’Aubisque
Angst maakt je boos.
Wat je slechts rest om
te verslaan ben je zelf.
Koersen is vooral niet willen
doodgaan. Dat kan immers nog
altijd, al lijkt nu je hart
wel even een donker woud.
II. Col du Tourmalet
Waar je op uit bent moet
nog gebeuren. De berg kromt
zijn rug onder de wielen, geeft
je richting aan. Je stampt.
Je hijgt de hitte aan flarden.
III. Col d’Aspin
Als met een potlood getekend
is de grimas op je gelaat.
In volle vlucht zweeft naast je
de schaduw van een gier.
Je bedenkt reeds de finishfoto,
het stilleven van de zege
waarmee je later als je oud, en
IV. Col de Peyresourde
Weer als eerste boven. Dalend
naar de bollen bekruipt je dit
visioen: als je later, ooit, sterft
de zee in gestuurd te worden op
een vlot dat met pijlen in brand
wordt gezet, en nagezongen. O,
zo’n eerbied, zo’n glorie. Victorie!
Vlak voor je straks in slaap valt
zul je denken: “Misschien was ik
vandaag wel gewoon niet bang.”
– Bert Bevers
Nu je onder een laken ligt als een lijk
schort iemand het op
wrijft je in met olie of melk, van tenen
naar benen stuwt hij je bloed
richting hart, zijn handen
kneden je billen als brooddeeg
lenigen je nek en monnikskap
rekken je ruggengraat op
zijn vuisten en vingers boetseren
je dijen, tot ze weer zacht zijn
en roze als vlees. Misschien glijd je,
eindelijk op mensenmaat, weg
in een droomloze slaap, ruik je naar
zoete amandel en poederdauw
kruisgeuren: ma, kind, vrouw.
– Yella Arnouts
voor Yella Arnouts
We hebben een vrouw in de ploeg en gentlemensgewijs
zet ik haar maar al te graag beschermend in de bloemetjes:
een frisse ruiker lavendel voor een koersdichtende dame
tussen al dat testosterongeweld van vier hanige heren.
En ik zie een retro-foto van papa Arnouts
met een kampioenentrui anno 1952: een dromerig ogende
mooie jonge man met gul golvend haar,
hij kijkt weg van de lens en ik vraag me af
of daar niet een sierlijke dame in zijn buurt stond
terwijl hij poseerde, misschien wel mama Arnouts
waarop hij een oogje had, wie weet.
Op zijn fiere borst drie geborduurde letters:
‘MEK’, de moderne textieltechnieken van vandaag
waren in dat verre 1952 helemaal niet aan de orde
bij het kunstig konterfeiten van koerstruitjes,
handwerk zorgde voor wollen liefde rond de torso.
Heb je dat kleinood nog, Yella, en zo ja:
koester en bewaar je het op een mooie plaats,
ergens tussen je fleurige zomerjurken bijvoorbeeld ?
– willie verhegghe
Maandag 16 juli, vanop het thuisfront
Vandaag liep Jon Lord een laatste keer
verloren in de mist op het water.
In Nederland werd, naar verluidt,
afscheid genomen van Kopland en Komrij.
Elders, pakweg in Vlaanderen, bestaat
een werkelijkheid waarin tuinen vol jonge sla,
net geplant, lijden onder wind en regen.
Er is zelfs een wereld waarin Pierke Pierlala
regeert en Sint-Jan weer spreekt.
Maar dat weten ze in Pau nog niet.
Dat hoéven die 156 kerels daar, vast-
gespijkerd op hun fiets, tobbend over snelle
suikers en seconden, zelfs niet te weten.
– Patrick Cornillie
Maandag 16 juli * rit 15 * Samatan – Pau
Vandaag was het een rustdag
(van zo’n 160 kilometers
voor het hele peloton
op 6 man na, die heel even boven
hun rol van figurant uitstegen –
een uitgelezen kans voor Devenyns
om zijn woonplaats op de kaart
te zetten en geschiedenis te schrijven:
het einde van het Rijk van Eddy
het begin van het bewind van
Dries uit Kluisbergen
dat zou mooi geweest zijn)
maar rustdagen zijn per definitie
saaaaaaaaai.
– Frank Pollet
Zondag 15 juli * rit 14 * Limoux – Foix
Willie Verhegghe leest zelf zijn gedicht (zie hieronder) in het één-programma ‘Vive le Vélo’ (15 juli 2012)
Het werd een koortsig stijgende koersdag
ook al was Celsius niet bepaald aan klimmen toe:
eerst een helse rit naar de start in Limoux,
langs godvergeten dorpen en ‘n eenzame stier
die na een bocht plots met stijl onze weg kruist,
Proust-gewijs à la recherche de ses vaches perdues.
Aan de Sky-bus zie ik Edvald Boasson Hagen
in hagelwitte Noorse kampioenentrui staan stralen,
ik geniet van rots-in-de-branding Fitte Peeters
en kijk mijn ogen uit op de dikke bruingebrande aders
die de kuiten van Kevin De Weert dicht bevolken.
Na de start begint het echte werk met Pyreneeëncols
die rennerszweet en criminele spijkers te slikken krijgen.
Ik vang in mijn Canon-lens een stukje rode bakkebaard
van gele Wiggins om meteen daarna spijts of juist
dankzij Geelzucht even de Parnassos te beklimmen
en te genieten van de warme Spaanse muziek
in de naam van de winnaar die de Mur de Péguère
gezwind aan het zeemvel van zijn koersbroek lapt:
Luis Leon Sanchez, flitsende furie in Foix.
Vive le vélo !
– willie verhegghe
Château de Camon / 15 juli 2012
Zondag 15 juli * rit 14 * Limoux – Foix
voor Willie Verhegghe
Een punaise en de Tour
staat stil. En ook de dichter
weet zijn verzen leeggelopen
door de spijkers van de dag.
– Frank Pollet
Zaterdag 14 juli * rit 13 * Saint-Paul-Trois-Châteaux – Le Cap d’Agde
1 – Rob Goris begraven
Het regende, terecht. Rond de kist
stond duizendmaal een mens die wist
dat hij die middag weer zou kijken naar de zon
op de ruggen van het rondepeloton.
2
Nog twee uur. Wij wachten
op waaiers want de wind
belooft de wereld te bepalen
maar hij duwt
aan de verkeerde kant
de snelheid naar omhoog.
Nog een uur. Wij wachten
op de klim die het geel
moet doen verbleken
maar hij trekt
geen strepen door
een rekening van kleuren.
Integendeel.
– Frank Pollet
Vrijdag 13 juli * rit 12 * Saint-Jean-de-Maurienne – Annonay Davézieux
Op de Col du Grand Cucheron groeide je
door de angst voor de leegte heen, deed je
steeds beter voort, door hoogte aangejaagd.
Ook die ellendige Col du Granier schroeide.
De schuren die jij passeert zie je niet. Toch
zijn ze vol van voedsel, van te melken geiten.
Je drijfveer? Het vuur van die fijne pijn, daar
gaat het je om. Het volste recht heb je. Maar
mocht het te herdoen zijn, dan zou je liever
beter zijn. Je bent echter wat je bent. Meer
valt er straks niet te doen dan je toekomst aan
het verleden te meten. Dat moest je al weten
voor je hieraan begon, jongen. In je dromen
wegduikende kopmannen, en doortraptheid.
Als je morgen vroeg ontwaakt voel je je weer
een adelaar, maar wel met honger. Wie weet
wat de rit naar de zee brengt. Nu is je palmares
nog leeg, als een volière zonder vogels.
– Bert Bevers
Kust gij eens mijn kloten!
Een vroeg in de wedstrijd ontsnapte Eddy Merckx tot Guillaume Driessens
die hem aanmaande om zich te laten afzakken in het peloton (Ronde van Vlaanderen 1969).
Merckx weigerde en kwam met grote voorsprong solo als overwinnaar over de meet.
Vrrroemmm zei Froome maar hij werd teruggefloten.
Of hoe de oortjes de koers soms om zeep helpen.
Leve de goede oude tijd toen de renners geen oren hadden
naar het oeverloos gekwaak in hun buizen van Eustachius.
– willie verhegghe
Donderdag 12 juli * rit 11 * Albertville – Les Sybelles
1
Koersen is het toppunt
van simplisme: rijden
in het wiel van wie
daarvoor betaald wordt.
2
Koersen is het toppunt
in de bergen, want ook
al doen de wetenschappen
mee, in een klim
heeft geen ene renner
aan twee longen genoeg.
Tenzij je nog ver voor de meet
Bradley Wiggins heet.
3
Koersen is het toppunt
van geweld: een harde
trap op de pedalen slaat
in het gezicht. Laat
Evans dus maar rijden, straks
maken wij hem beetje bij beetje
af.
4
Koersen is het toppunt
van misleiding want
de kop van Bradley Wiggins
mag er dan heel
rock-‘n-roll uitzien, hijzelf
is de saaiheid in persoon,
een accountant op de fiets
die zelfs zijn klerk terechtwijst
totdat de rekening klopt.
5
Koersen is het toppunt:
boekhouder wordt koning
in een koninginnenrit.
– Frank Pollet
Woensdag 11 juli * rit 10 * Mâcon – Bellegarde-sur-Valserine
Ik dacht, ik heb de benen vandaag.
Ik heb de benen voor een spraakmakend gedicht.
Veel kans dus dat ik mij in een vroege ontsnapping waag.
Ik orden de woorden aanvalsgericht.
Me dunkt heb ik vandaag de goeie moral,
want als door de boter trap ik de triomfantelijkste zinnen.
Zie, alweer een vers dat vlamt over berg en dal.
Een kwestie van punten en komma’s is het winnen.
Ik dacht, ik had de benen vandaag.
Stevig in het zadel, het hoofd nog vederlicht –
een late demarrage, uitroeptekens als een erehaag.
Tot plots een flauwerik met Louis de Funes-gezicht
mij als een writers block komt overvallen,
de lust met de penne, het hele gedicht vergallen.
– Patrick Cornillie
Dinsdag 10 juli * Rustdag * Ergens
Hij voelt zich nu jonger dan gisteren.
Er mag geen schilfer van de bloedlijn,
vindt hij. In zijn hoofd een rare kalmte
vol gaten. En het ongeloof dat dit dorp
stil zal wezen als zij er straks vertrekken.
Met zijn snelheid laat hij langzaam iets
achter in de dikke boeken waarin hij ooit
graag bladeren zal. Het is hard te weten
dat je dan slechts de schim van jezelf
zult zijn, van de kampioen van vroeger
die je vandaag nog aan het worden bent.
Dat je ooit op de krater van jezelf terug
zult blikken op de volheid die toen, en
het kabaal dat daarna. Later zal zijn zoon
hem vragen hoe het was, maar nu is die er
nog niet. Leg je dus maar even languit
in de vonk van voorlopig geluk. Allez.
– Bert Bevers
Tussen Arc-et-Senans en Besançon
9.7.2012
Laten we uit de tijd
hier in die van de renner zijn:
nu hij sprint, een jongetje
snoept snelheid af van de grond
zie zijn jojoënde dijen, pistons
in een cirkelend bestaan
dat hem oplicht, als kinderspel
uit onze grijstijd
zo zullen we opgehouden zijn
Yella Arnouts
Zondag 8 juli * rit 8 * Belfort-Porrentruy
Voor de zege wordt gestreden op de fiets,
voor etappewinst wordt gereden in de volgauto.
Hoe in de finale op Zwitserse wegen zo’n Madiot
uit het raam komt kraaien als een Franse haan.
Wiens hartslag gaat dan het hoogst, die van
de generaal of die van zijn piot Thibaut Pinot?
Wie mag vervolgens met de roodste kam staan pronken,
hij die hem kwam opnaaien of hij die het zelf heeft gedaan?
– Patrick Cornillie
Zaterdag 7 juli * rit 7 * Tomblaine – La Planche des Belles Filles
– I –
Dromen vooraf
De zevende rit van de Tour 2012 op zaterdag 7 juli,
een Vogezentocht die eindigt op een col die me
– hoe kan het anders- meteen aan het dromen brengt:
“La Planche des Belles Filles”, zo heet de gezegende plek
waar ik alleen maar pure erotiek bespeuren kan en zeker
geen ordinair gekreun van leeggereden en besmeurde renners.
Om welke Belles Filles gaat het hier,
vraag ik me reeds opgewarmd en tegelijk hoogst onzeker af,
zijn zij van begerenswaardig vlees en bloed of moet ik
er slechts een doodgewone plaatsnaam achter zoeken ?
Zal de winnaar van de klim hen te kussen krijgen of liggen zij
zoals een collectie Sneeuwwitjes braaf te rusten
in een glazen kist, omringd door zeven obligate dwergen ?
Die dag wil ik voor één keer de sprookjesprins zijn
die op een zwartglanzend paard komt aangereden
– wegens een totaal gebrek aan romantiek is een koersfiets
hier, zoals je wel begrijpt, totaal niet op zijn plaats -,
ik zal de zegebloemen uit de bezwete handen
van de verdwaasde winnaar rukken en hen samen met
mijn sensueelste kussen aan Les Belles Filles schenken.
Mocht de renner aan wie ik met kracht de ruiker heb ontrukt
de ongelooflijke pretentie hebben mij tegen te werken
dan krijgt hij gegarandeerd La Planche op zijn domme kop
en houd ik en ik alleen voor mezelf Les Belles Filles over:
zij zijn dan beter af met mijn grijpgrage handen dan die
der moorddadige Vikings voor wie zij in een ver verleden
naar deze hoogte angstig op de vlucht zijn gegaan.
– II –
De droom van Froome
Les Belles Filles bijten rennerskuiten stuk,
zwaaien met hun lange blonde haren ogen blind,
verleiden met hun eeuwenoud parfum de nieuwe goden
van de fiets en blazen dan hun laatste adem uit
zodat je denkt: hebben zij wel bestaan,
waren zij van vlees en bloed en trotse tepels ?
Voor Froome zijn zij een droom:
hij bijt zich in hun wrede schoonheid vast
en plant zijn kromstuur in hun bips,
zij kraaien en zij zuchten, komen klaar
tot het duister van de nacht hun col beklimt.
Ik gun Chris dit opgehitst succes,
zeker nu hij kleefkruid Evans uit de wielen rijdt
en als een blanke Afrikaan uit Kenia
gans koersminnend Groot-Britannië
het orgasme van de zegeroes bezorgt.
En dan het geel voor Wiggins Bakkebaard,
deze pistier die van de Tour een nieuwe
drie Zesdaagses lange wedstrijd maakt:
hij krijgt mijn zegen voor de zege
want meer dan welke andere renner ook
oogt hij als een oude rocker op carbon,
nog cowboylaarzen en hij kan het podium op.
Met een gitaar, Fender, Les Paul, het maakt niet uit !
– willie verhegghe
Le nouveau Sagan est arrivé:
ses trois victoires en une semaine
lui donnent sans doute l’occasion
d’acheter Un château en Suède.
Bonjour tristesse Slovaque !
– Willie Delahaie
Vrijdag 6 juli * rit 6 * Épernay – Metz
1
Een vlakke rit is een vloek
voor volgers en voor dichters:
men wacht wat op,
men spaart wat uit,
men denkt wat na,
men remt wat af.
Men schort wat op.
2
En dan. Het peloton staat stil. Eindelijk
gebeurt er nog eens wat: een valpartij
zonder veel erg. Gelukkig
schudt de koers zijn eigen zwart
(Rob Goris / bloed en wonden) van zich
af. Veel tijd om diep te dutten
krijg je niet zo vaak.
3
De zwaartekracht verheft
de saaiheid der dingen
tot een rist verscheurende
vragen: wie is blijven liggen, wie
kan verder, wie verliest
veel bloed en tijd, wie rijdt wie
helemaal in de vernieling?
Orakelt een presentator op teevee:
wie redt de meubelen?
(Dit lijkt onhandig op de fiets.
En bovendien sponsort Ikea niet.)
4
Bankencrisis in
het peloton: een zwarte
dag voor Rabobank.
– Frank Pollet
Donderdag 5 juli * rit 5 * Rouen – Saint-Quentin
– in memoriam Rob Goris, + 5 juli 2012 –
Een rouwrit tussen Rouen en Saint Quentin,
tussen de kathedraal die al eeuwenlang met stenen zorg
zijn heiligen en waterspuwers met duivelskoppen torst
en de stad die tegen alle heidense slagregens in
haar sacrale naam met Franse fierheid draagt.
Want waarom nog wakker liggen van de Tour
als een renner zich onverwacht de dood inslaapt:
mij blijft vooral de peilloze tristesse in zijn ogen bij,
zachte reus Rob die naast zijn stralende Katrien
onder het alziend oog van televisiecamera en kijkers
stijlvol en rustig over koers en leven praat,
met een glas rode wijn in de stevige rennershand
op datzelfde leven klinkt maar kort daarna
in het duister van de nacht voor altijd de ogen sluit.
Ach, mooie jonge man die na het kille ijshockey
de openlucht met zon en regen opzocht en
op twee flinterdunne reepjes rubber ongeremd
alle kracht uit de strakgespannen dijen duwde:
rust zacht, schaats snel de einder tegemoet en
spring daar nog één keer sierlijk op de fiets
voor een hemelse beklimming van je laatste col.
– willie verhegghe
Woensdag 4 juli * rit 4 * Abbeville – Rouen
Wat komt daar aangevlogen, wat
komt daar voorovergebogen aangestormd,
een peloton piotten op oorlogspad,
een zwerm zwiepende roofvogels,
een cohorte uitgehongerde wolven,
aangezogen door een onzichtbare prooi.
Dat duwt en trekt om een ander af te drogen,
dat positioneert en ambeteert, dat blaakt
en dat kraakt, zie die brokkenpiloten, ze
helpen het naar de kloten, zie hoe die hele
zwik slingert en slalomt en gaat golven
en helemaal uit de plooi geraakt.
Zie, durf jij nog kijken
hoe die hele meute ontspoort
en de sterkste zich naar voren boort
zie dat gewriemel en gewrik, dat uit-
wijken of vol doorgaan. Nog een keer
en de finishlijn trekt zich terug van schrik!
– Patrick Cornillie
Dinsdag 3 juli * rit 3 * Orchies – Boulogne-sur-Mer
Daar rechts ligt Sint-Omaars, waar abt Lambertus
het Liber Floridus samenstelde, ’s werelds eerste
encyclopedie. Maar jullie weten dat niet hè, gasten
die hier westwaarts razen. Jullie ruiken de oceaan!
Tom Boonen is er vandaag dan wel niet bij, maar
toch een klein beetje zij het met een o’tje minder.
Boulogne-sur-Mer heette toen de stad nog Vlaams
was immers Bonen. Norbert Callens won hier 63
jaar geleden zijn enige touretappe én de gele trui
maar hij kreeg er geen. De wagen met de maillots
was in panne. Och arme, zijn enige zege in de Tour
en geen heus vestimentair eerbetoon. In 1994 pas
werd dat rechtgezet, de finish was dat jaar ook hier.
70 was hij toen hij zich eindelijk in zijn verdiende loon
mocht hullen. Ook Van Poppel en Zabel wonnen aan
deze Opaalkust. En nu, na een nijdige finale en een
korte katholieke jubel de man van de toekomst: Sagan!
En nu, nu ruist de zee. Gooien golven zich tegen kliffen
alsof ze niets beters te doen hebben. Morgen meer. Weer.
– Bert Bevers
Maandag 2 juli * rit 2 * Visé-Tournai
De 207 km tussen Wezet en Doornik,
tussen beneden-Maas en boven-Schelde,
ze overspannen de oost- en westkant
van ons uitgestrekte koninkrijk.
Méér dan één luttele etappe
had Monsieur Preudhomme in principe
niet nodig om het Tourpeloton uit te nodigen
voor een rustige rondkijk in deze buitenwijk.
Net zo goed trouwens had hij het gewoon
kunnen beperken tot de laatste 300 meter
in de Boulevard Bara, voor Cannonball Cav
het ideale lanceerplatform
om zijn kroniek van een aangekondigde
zege om te zetten in de praktijk.
– Patrick Cornillie
Zondag 1 juli * rit 1 * Luik – Seraing
Met zijn vieren kun je
kaarten, met twee man
teveel koers je vier minuten
voor een langzaam peloton uit
en je weet: Duren
is een schone stad, maar
je moet naar Seraing
dus word je ingelopen
en in dezelfde zin ter plekke
achtergelaten, want dit
is niet jouw dag, dit
is het dagje van Sagan.
– Frank Pollet (17.45h)
Met zijn vieren kun je
kaarten, met twee man
teveel koers je vier minuten
voor een langzaam peloton uit
en je weet: Duren
is een schone stad, maar
je moet naar Seraing
dus word je ingelopen
en in dezelfde zin ter plekke
achtergelaten, want dit
is niet jouw dag, dit
is het dagje van Gilbert.
– Frank Pollet (16.00h)
Zaterdag 30 juni * proloog
Het is een mooie dag om te beginnen
aan het allesbegrijpende water
hier wiegt en likt la meuse la muse
het onverschillige bed van de tijd
rennen is het hoofd ingraven
licht op de rug
buiten zinnen raken
is een razende brand in de benen
inhalig uitslaan
en even snel als de renner
langs de weg en onhoorbaar
zucht gras
Het is een mooie dag om te beginnen
aan het allesverzwijgende water
in een straat komen godennamen aan
het is een mooie dag om te beginnen vergaan
– Yella Arnouts
‘Een nieuwe fiets is ook na een jaar versleten’, zei Jurgen Van den Broeck in Humo.
(Pikant detail: het onderwerp van deze uitspraak is Jurgens spaakgelopen relatie met Femke Herygers.)
Het Nieuwsblad publiceert een mooi overzicht van wielerjargon dat de komende drie weken van pas kan komen. Leek? Geheugen opfrissen? Gewoon even HIERklikken en je bent weer helegans up to date.
Hoe sterk zijn de eenzame dichters
die kromgebogen over hun blad tegen de klok
zich op weg wanen in waaiers van woorden,
over de kuitenbijters van het alfabet?
Je weet: Bert Bevers heeft de brains,
Yella Arnouts ongetwijfeld de goeie benen.
Verhegghe is de Engel van het Hooggebergte,
tempobeul Pollet de man van het Perfecte Verzet.
Dan is er nog die vijfde, die achter in de bus zit,
à bloc en de tanden stuk bijtend op gebochelde vol-
zinnen. Op karakter moet en zal hij dagelijks
de finish halen – nog net op tijd binnen.
– Patrick Cornillie
Gisteren, zaterdag 23 juni, werd de nieuwe wielerpoëziebundel van GeelZucht-ploegmaat Willie Verhegghe voorgesteld in een vol CC De Plomblom in Ninove. Aanleiding was Willie’s 65ste verjaardag.
Bert Schokkaert interviewde de dichter, er klonken bijzondere woorden van lof door de Ninoofse cultuurschepen Veerle Cosyns, Karl Vannieuwkerke en Stephan Vanfleteren. Jo De Meyere las poëzie en William Souffreau zong liedjes uit de tijd van… Willie.
Meer info over het boek ‘Door de Muur’: klik HIER.
Gisteren, 1 mei 2012, hield de GeelZucht III-ploeg haar startvergadering. Dat gebeurde in Kemzeke. En niet voor niets in Kemzeke! Het GeelZucht-team start immers elk jaar haar activiteiten op een wel heel symbolische plek. Voor GeelZucht I was dat bovenop de Bosberg, voor GeelZucht II bovenop de Muur van Geraardsbergen. En nu dus in Kemzeke… Meer uitleg volgt. Uiteraard…
v.l.n.r. Patrick Cornillie, Yella Arnouts, Frank Pollet, Bert Bevers (Willie Verhegghe bevond zich op dat moment op de Kemmelberg)
Reacties
Nog geen reacties